Het leven van Grietje van Drunen, opnieuw verteld voor kinderen.

Dit boekje gaat over Grietje van Drunen. Ze wordt in het jaar 1860 geboren in Barendrecht. Grietje groeit op in een arme tijd. Als ze bijna 12 jaar is, moet ze gaan werken, omdat er weinig inkomsten zijn.

Als meisje van 7 jaar heeft ze diepe indrukken van dood en eeuwigheid.
Meestal komt ze bijna ziek uit school. Zo bang is ze.
De duivel maakt het jonge kind bang. Hij maakt haar wijs: ‘Nu moet je geen stap meer verder lopen, want dan val je onmiddellijk dood neer.’ Soms moet ze bij een boom, dan weer bij een hek blijven staan. Angstzweet breekt haar uit. Ze durft geen stap meer te zetten. Vaak is ze bang dat ze haar verstand zal verliezen. Ze bidt veel tot de Heere. Die helpt haar in haar nood.

Als ze ouder wordt, schrijft ze haar levensgeschiedenis op.
Daarvan is vroeger een boekje uitgegeven.
Het heet: ‘De wondervolle wegen en opzoekende liefde van de Heere.’
Voor het schrijven van dit prentenboek heeft de auteur daarvan gebruikgemaakt.