Trouwelijk hen geleid. Jasper Baaijens werd 10 september 1923 op een boerderij in Kleverskerke op Walcheren geboren. Na de lagere school was hij werkzaam op de boerderij, maar daar lag zijn hart niet. Vanaf december 1946 tot zomer 1964 werkte hij bij de handelsonderneming ‘Louwerse en De Priester’ in Middelburg, eerst als boekhouder, daarna als inkoper en vervolgens als verkoopchef.
Reeds als kind had hij diepe indrukken van dood en eeuwigheid, en een droefheid naar God. In de jongelingsjaren was er een hartelijke keuze om voor de Heere te leven. Tijdens zijn verblijf in Duitsland van juli 1943 tot september 1944, waar hij heel veel heeft meegemaakt werd een mogelijkheid van zaligworden ontsloten tijdens het lezen van een preek van ds. G. H. Kersten.
Na een attest van de kerkenraad van Middelburg-Centrum, de gemeente waar hij geboren en getogen is, ontvangen te hebben, werd hij in juni 1964 toegelaten tot het volgen van de lessen op onze theologische school. In 1968 werd hij beroepbaar gesteld. In 2007 is hij overleden.
 

INHOUD

Woord vooraf door ds. G.J. van Aalst

1. Een uitziend volk met verwachting 
Jesaja 8 vers 17 en 18:
Daarom zal ik den HEERE verbeiden, Die Zijn aangezicht verbergt voor het huis Jakobs, en ik zal Hem verwachten.
Zie, Ik en de kinderen die Mij de HEERE gegeven heeft, zijn tot tekenen en tot wonderen in Israël, van den HEERE der heirscharen, Die op den berg Sion woont.

2. Een oproep om de Heere te zoeken
Jesaja 55 vers 6 en 7:
Zoekt den HEERE terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk.

3. De zaligmakende genade Gods voorgesteld
Titus 2 vers 11-14:
Want de zaligmakende genade Gods is ver­schenen aan alle mensen,
En onderwijst ons dat wij de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende, matiglijk en rechtvaardiglijk en godzaliglijk leven zouden in deze tegenwoordige wereld;
Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van den groten God en onzen Zaligmaker Jezus Christus;
Die Zichzelven voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelven een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.

4. De vastheid van het profetisch Woord
2 Petrus 1 vers 19-21:
En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten;
Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging;
Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door den wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken.