- ds. D. de Wit
- Pagina's/nrs.: 110
- Gebonden
- Bestel nr: 9789463701556
Een van de kenmerken van de ware kerk is de uitoefening van de kerkelijke tucht. Dat is in onze tijd geen eenvoudige opgave. Enerzijds dreigt de sleutel van de tuchtuitoefening te roesten, anderzijds moet gewaakt worden voor een toenemende juridische aanpak. Gaat de kerkelijke tuchtuitoefening vergeleken worden met en uitgevoerd worden als in het wereldlijk recht? In dit boekje wordt een uitleg gegeven van Mattheüs 18 en 19 en worden met name de verzen 15-20 in haar context bezien. Om zo vanuit de Schrift iets te zeggen over de geestelijkheid van het kerkrecht. Tegelijk beoogt dit boekje het hart te zoeken van arme zondaren en te wijzen op die goede Herder der schapen die het verlorene zoekt.