In dit dagboek, dat is samengesteld aan de hand van Het zien op Jezus van Isaac Ambrosius (1604-1663), wordt een jaar lang stilgestaan bij het grote werk van de zaligheid dat Jezus op Zich genomen heeft. Er wordt met name stilgestaan bij Jezus’ leven, Zijn sterven, Zijn opstanding, Zijn hemelvaart, Zijn voorbidding en Zijn tweede komst. De puriteinse predikant besteedt veel aandacht aan de grote vraag wie Christus voor ons persoonlijk is. 'Christus wekt u door Zijn Geest op om te geloven. Hij staat aan de deur en klopt. Hij staat de gehele dag met wijduitgestrekte handen en zegt: ‘De gehele dag heb Ik Mijn handen uitgestrekt.’ En dat doet Hij opdat u zou ervaren dat Zijn last licht en Zijn juk zacht is. De Geest trekt u door verborgen bemoedigingen. Door zoete influisteringen maakt Hij uw hart bekwaam om tot Christus te komen. O, als u voelt dat uw hart verwarmd wordt, klop dan op de deur van genade met een hamer. Als u voelt dat uw ziel leergierig is, roep dan met de man uit het Evangelie: ‘Ik geloof, Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp.’

Samengesteld door J. Kranendonk-Gijssen