Frank Lindorp komt als pleegkind op de rijke hoeve De Guilerhof" van zijn oom " te wonen. Willem van Guilen, de eigenaar van de boerderij, probeert van Frank 
een echte boer te maken. Maar dat mislukt, want Franks hart trekt naar de zee. 
Na een hoog oplopende ruzie hierover vertrekt Frank. Hij wordt een goed stuurman op Het Zuiderkruis" en later eigenaar van een schipperswoning te " Elburg. Wanneer hij zijn oom om toestemming vraagt te mogen trouwen met Hanneke, zijn dochter, wil Willem daar niets van weten. 
 

Als de dijken dreigen te bezwijken, laat Frank zijn oom door Gerrit Gravels, de 
bouwknecht op De Guilerhof", ernstig waarschuwen voor een mogelijke " watervloed. Willem weigert echter ook maar enige maatregelen te treffen tot 
behoud van zijn rijke veestapel en gezinsleden. De dijken breken door en dan is het te laat. De watervloed omspoelt algauw De Guilerhof". Wanneer het woonhuis " dreigt in te storten, komt Frank in een grote roeiboot van een palingvisser om de bewoners van De Guilerhof" te redden." 
 

Voor Willem komt die redding te laat. Hanneke trouwt met Frank en vindt samen met haar moeder een nieuw thuis te Elburg. Gerrit Gravels wordt melkboer op 'Vloedwijk', op de plaats waar hij eens als bouwknecht de trotse boer van De Guilerhof" diende."