Als de gevreesde dictator Ceaucescu ten val is gebracht, haalt het Roemeense volk opgelucht adem. Men hoeft niet meer bang te zijn voor onderdrukking door de gevreesde geheime politie, maar er is nog een lange weg te gaan voordat honger en armoede ook tot het verleden behoren. Dat ervaart de weduwe Reck, als zij na het plotseling overlijden van haar man, vrijwel zonder inkomsten, met een groot gezin achterblijft. In een ongekend strenge winter lijkt het erop dat haar gezin van honger zal omkomen. En er zijn meer zorgen, want enkele kinderen begeven zich zelfs op de rand van de misdaad, om maar te kunnen overleven. Moeder Reck krijgt veel steun van haar dochter Szabina, die samen met haar het gezin op het rechte spoor probeert te houden. Als moeder ook komt te overlijden schijnt er voor de kinderen geen toekomst meer te zijn. In die nood ervaart Szabina echter dat de Heere Zijn bewarende hand over hen uitstrekt en grote wonderen wil doen ...